Lekkernij ligt bij ons voor de kust

01 november 2014

Velen staan er nooit bij stil. Zelfs niet de traditionele kustbewoners. Langs het strand zijn ze volop te vinden. Soms, heel frappant, opgestapeld op een berg langs de vloedlijn, alsof ze er bewust zijn neergelegd. De stroom en de branding houden de mesheften, ook wel Amerikaanse zwaardschede genoemd, waarschijnlijk bij elkaar, waardoor compacte hoeveelheden geconcentreerd op het strand aanspoelen.

In veel gevallen is de inhoud dan al leeg gepikt door meeuwen, steltlopers en scholeksters. Heel soms zit er nog een levend diertje in. In Nederland raakt de handel ze aan de straatstenen niet kwijt, maar in Frankrijk, Portugal, Spanje en Italië zijn ze een delicatesse. In deze landen vormen de mesheften vaak de basis voor paella en andere overheerlijke mediterrane gerechten. Zich niet bewust van de gebruikte ingrediënten is de Nederlandse toerist overigens wel altijd vol lof over de smaakvolle met in de Noordzee gevangen schelpdieren gevulde maaltijden in het buitenland. Voor de vier bedrijven die in ons land actief zijn in de mesheftenvisserij, is het nog geen aanleiding om de consument in eigen land te overtuigen van deze lekkernij, zeker niet zolang de export naar mediterrane landen de moeite waard is. Desalniettemin kan het geen kwaad om die mesheften thuis eens op het menu te zetten. Biologen van IMARES schatten de hoeveelheid mesheften voor de Nederlandse kust in 2013 op zo´n 72 miljard stuks. De mesheft heeft weinig of niets te duchten van roofdieren. Een zeewolf of een uit de kluiten gewassen tarbot zou zo´n mesheft wel kunnen kraken, maar zeewolf zwemt veel noordelijker en grote tarbot is een zeldzame verschijning. De bedrijven die op mesheften vissen, zijn voornamelijk voor de Noord-Hollandse en Zeeuwse actief. In een gebied dat aaneengesloten wordt door enkele ondiepe banken vissen wekelijks vier schepen afwisselend vanuit Den Helder, IJmuiden en de Neeltje Jans. Een deel van het kustgebied staat op de nominatie om gesloten te worden voor de visserij, allemaal in het kader van Natura-2000 gebieden, die door de regering zijn aangewezen. Met een erkend keurmerk kunnen de vissers hun activiteiten voortzetten mits de vangst aan allerlei criteria voldoet. Als gevolg van dit duurzaamheidslabel (MSC) vindt er elk jaar een bemonstering plaats. Tijdens deze bemonstering worden de bijvangsten in kaart gebracht en gaan de bevindingen ter beoordeling naar de certificeerder. De sector heeft er alle vertrouwen in dat deze visserij de toets der kritiek zal doorstaan. Het bijvangstpercentage aan levende organismen is nagenoeg verwaarloosbaar. De mesheften worden met een aangepaste viskor. Met behulp van water en lucht worden de mesheften in een reservoir gestuwd, waarna een lopende band het product naar een installatie met spijlen transporteert. De spijlen zijn bedoeld om de mesheften op dikte te sorteren. Tussendoor krijgen ze ook nog een spoeling en in het ruim halen bemanningsleden de gebroken mesheften en de resterende stukjes schelp eruit. Bij binnenkomst gaat de vangst direct in de vrachtwagen voor transport naar de fabriek. Daar vindt een laatste behandeling plaats, waarna de mesheften richting Zuid-Europa gaan. Op de foto de KG-8, die wekelijks voor de Zeeuwse kust actief is. (foto W.M. den Heijer)