Nederlandse visserij verduurzaamt

01 mei 2016

In maart kwam het Landbouw Economisch Instituut met een presentatie waarin een terugblik op 2015. Het jaar waarin de kottervloot een uitermate goed resultaat binnen wist weten te slepen. Alhoewel de betere prijzen voor schol en de goedkopere gasolie daar een belangrijke rol in hebben gespeeld, heeft ook de houding van de visserijbedrijven en de schippers bijgedragen aan de gunstige resultaten. De laatste jaren letten de eigenaren en schippers steeds meer op het energieverbruik aan boord. Zuiniger vissen is het credo. Daar komt bij dat de toepassing van lichtere vistuigen als gevolg van de introductie van pulstechnieken, nog eens een extra zetje in de rug hebben gegeven om de onkosten verder terug te dringen.

Waar voorheen met volle kracht de haven werd uitgestoomd en tegen de stroom in werd gevist, proberen de schippers nu de gashendel minder ver naar voren te drukken en houden ze rekening met de stroom. Veel kotters vissen alleen nog maar voortij. Dat betekent dat ze gebruik maken van de kracht van de stroom bij het vissen. Pakweg tien jaar geleden verdraaide een doorsnee boomkorkotter nog gemakkelijk ruim 30 tot 35 ton gasolie in vier visdagen. Momenteel ligt dat gebruik op soms minder dan de helft van die hoeveelheid. Een enkele schipper weet met een kotter van vijftien jaar oud nog maar slechts 11 ton gasolie te verbruiken. Dat zijn belangrijke stappen in het streven naar meer duurzaamheid. Door deze houding en door de pulstechniek zien visserijbedrijven kans om verspilling van energie tegen te gaan en tegelijkertijd de kosten ver naar beneden te drukken. Dat resulteert dus in jaarcijfers die er niet om liegen. En de sector is nog steeds in beweging als het gaat om nog duurzamer te vissen. De balans tussen wat de sterk geslonken kottervloot kan vangen en de hoeveelheid vis die rondzwemt, valt in het voordeel van de natuur uit. Overbevissing is voorlopig passé. De kottervloot ziet zelfs geen kans om de beschikbare quota aan vis optimaal te benutten. Wat dat betreft heeft het goede gedrag van de visser de afgelopen jaren veel goeds gebracht. Door geen quota te overschrijden en de vloot af te slanken, zijn alle commerciële visbestanden weer op het niveau waarop ze voor voldoende nakomelingen kunnen zorgen. De toekomst ziet er op dat vlak rooskleurig uit. Zelfs de niet-commerciële bestanden doen het goed. Ofschoon er instanties op Internet zijn die beweren dat de vis in de Noordzee door de toepassing van pulstechnieken geëlektrocuteerd wordt, laat de praktijk een totaal ander beeld zien. In werkelijkheid komt de vangst van platvis tot rondvis, van maatse tot ondermaatse vis, van zeepier tot zeester en van schaaldier tot zeesponzen levend aan dek. Recente onderzoeken naar de effecten van het gebruik van elektrische pulsen in vistuigen tonen aan dat er nauwelijks tot geen schade optreedt bij zowel vissen als het bodemleven. Een wetenschapper van het Belgische onderzoeksinstituut ILVO (Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek) noemde de eerste resultaten geruststellend. Van de kottervloot met vaartuigen van gemiddeld 40 meter lengte vist ruim driekwart met de pulstechniek. Ofschoon het nieuwe vistuig in gewicht, als gevolg van het feit dat zware kettingen niet meer gebruikt worden, behoorlijk is afgenomen, blijft het hard werken aan boord van een vissersschip. Op de foto trekken twee bemanningsleden van de TX-36 ‘Jan van Toon’ de kuil naar achteren om weer aan de volgende trek te kunnen beginnen. (foto W.M. den Heijer)